Oracle Could Infrastructure Compute is een webservice die bare metal en virtual machine (VM) rekencapaciteit levert die prestaties, flexibiliteit en controle biedt zonder compromissen. Het is gebaseerd op Oracle’s infrastructuur op internetschaal van de volgende generatie en is ontworpen om moderne ondernemingen te helpen meer te doen en minder te betalen bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun meest veeleisende applicaties en workloads in de cloud.
Met Compute kunt u binnen enkele minuten rekencapaciteit leveren met behulp van een gebruiksvriendelijke webconsole. Nadat de bare metal-compute-instance eenmaal is ingericht, biedt deze u toegang tot de host. Dit geeft u de compromisloze flexibiliteit, controle en prestaties die u nodig hebt voor uw meest veeleisende toepassingen en workloads, terwijl u alleen betaalt voor wat u gebruikt.
Oracle Cloud Infrastructure wordt gehost in regio's, die elk minstens drie beschikbaarheidsdomeinen bevatten. Een regio is gewoon een geografisch gebied, zoals “Duitsland” of “VS West”. Een beschikbaarheidsdomein is een geïsoleerde, fouttolerante set bronnen die bestaat uit ten minste één datacenter. Beschikbaarheidsdomeinen hebben geen infrastructuur met elkaar gemeen, zoals gebouwen, energievoorziening of koeling. Een storing in één beschikbaarheidsdomein heeft naar alle waarschijnlijkheid geen invloed voor de beschikbaarheid van andere beschikbaarheidsdomeinen.
Een foutdomein is een groepering van hardware en infrastructuur binnen een beschikbaarheidsdomein. Met foutdomeinen kunt u uw instances spreiden zodat ze zich niet op dezelfde fysieke hardware binnen een enkel beschikbaarheidsdomein bevinden. Daarmee creëert u een extra laag van fouttolerantie. Elk beschikbaarheidsdomein bevat drie foutdomeinen. Hardwarestoringen of onderhoudswerkzaamheden aan Compute-hardware die gevolgen hebben voor één foutdomein hebben geen invloed op instances in andere foutdomeinen.
Oracle Cloud Infrastructure Compute biedt de keuze, flexibiliteit, controle en prestaties die uw toepassingen en workloads nodig hebben. U kunt compute-instances binnen enkele minuten inrichten met behulp van een gebruiksvriendelijke webconsole of een API. Oracle Cloud Infrastructure biedt bare metal-, virtual machine- (VM) en GPU-instances:
Compute-instances kunnen binnen enkele minuten na het moment waarop u ze hebt ingericht vanuit de Oracle Cloud Infrastructure-console of de API-opdracht LaunchInstanceRequest hebt gegeven worden gestart, ongeacht de configuratie of grootte.
In het geval van Linux-instances kunt u op afstand verbinding maken met uw instance door gebruik te maken van het standaard SSH-protocol (Secure Shell) met een sleutelpaar (openbaar/privé). Voor Windows-instances kunt u gebruikmaken van de RDP-client (Remote Desktop Protocol) met een gebruikersnaam en wachtwoord.
Ja. U kunt een aangepast opstartscript uitvoeren als onderdeel van de inrichtingsworkflow door het op te nemen in de sleutel/waarde user data van het kenmerk metadata van het object LaunchInstanceDetails. Zie de documentatie van de API LaunchInstanceDetails voor meer informatie.
Ja. U kunt uw instance stoppen zonder deze te verwijderen. De Compute-service ondersteunt de volgende acties voor een instance:
Klanten kunnen Oracle Cloud Infrastructure-bronnen gebruiken zonder enige verplichting vooraf en betalen alleen voor wat ze gebruiken. Hiervoor moeten ze een account maken op shop.oracle.com. Bestaande klanten kunnen ook contact opnemen met hun verkoopvertegenwoordiger om een bestaande pool van credits te activeren of een nieuwe pool aan te schaffen om Oracle Cloud Infrastructure-bronnen te gebruiken op basis van gepubliceerde verbruikstarieven.
Oracle Cloud Infrastructure biedt u flexibiliteit, toegang en controle over uw compute-instances. Voor het controleren van de status van uw compute-instances kunt u verschillende controletools gebruiken, zoals Microsoft SysInternals (sysmon, diskmon, process monitor) en Linux-bewakingstools (sysstats, vmstate, iostate) of enterprise management-tools zoals Oracle Enterprise Manager. Zie de documentatie van Oracle Enterprise Manager voor meer informatie.
U kunt toegang krijgen tot Oracle Cloud Infrastructure Compute via de Oracle Cloud Infrastructure-console, REST API, of SDK's. Oracle-klanten kunnen alle bronnen gebruiken zonder verplichtingen vooraf en betalen alleen voor wat ze gebruiken. Hiervoor moeten ze een account maken op shop.oracle.com. Klanten kunnen ook contact opnemen met hun verkoopvertegenwoordiger om een bestaande pool van credits te activeren of een nieuwe pool aan te schaffen en vervolgens Oracle Cloud Infrastructure-bronnen gebruiken op basis van gepubliceerde verbruikstarieven.
Nadat uw account is ingericht, raadpleegt u de Beknopt handleiding in de servicedocumentatie voor meer informatie. We hebben een zelfstudie samengesteld die u stapsgewijs begeleidt bij het starten van uw eerste instance.
Oracle Cloud Infrastructure blijft klanten die compute-instances van eerdere generaties gebruiken ondersteunen. Aangezien we echter doorgaan met het uitbrengen van nieuwe instancetypen, moedigen we klanten aan om het nieuwste aanbod te gebruiken om zeker te zijn van de beste prestaties en laagste prijzen. Zie de volgende lijst voor informatie over instances van eerdere generaties en aanbevelingen voor upgrades.
Bare Metal High I/O (BM.HighIO1.36)
Voor klanten die de bare metal-configuratie BM.HighIO gebruiken, raden we aan een upgrade uit te voeren naar op de X7 gebaseerde Dense I/O VM-instances. De op de X7 gebaseerde configuratie VM.DenseIO2.16 biedt de nieuwere Intel Skylake-processor, inclusief 16 OCPU's, 240 GB RAM en 12,8 TB aan NVMe-opslag voor een lagere prijs. Daarnaast biedt de op de X7 gebaseerde configuratie VM.DenseIO2.16 een hogere netwerkbandbreedte. Zie Compute-configuraties in de servicedocumentatie voor meer informatie. Klanten met CPU-intensieve workloads kunnen ook kiezen voor een optie met een krachtigere CPU in de configuratie VM.DenseIO2.24, die 24 OCPU's, 320 GB RAM en 25,6 TB aan NVMe-opslag omvat.
Instancetype | Maandelijks inbegrepen in de service | Aanbevolen upgrade-optie |
---|---|---|
High I/O | BM.HighIO1.36
|
Op X7 gebaseerde VM.DenseIO2.16
|
Compute-instanceconfiguraties van de 'X5'-serie
SKU-type | Compute-instanceconfiguratie 'X5' | Aanbevolen alternatieven |
---|---|---|
Bare Metal Standard – 'X5' | BM.Standard1.36
|
Op X7 gebaseerde BM.Standard2.52
|
Bare Metal Dense I/O – 'X5' | BM.DenseIO1.36
|
Op X7 gebaseerde BM.DenseIO2.52
|
Virtual Machine Standard – 'X5' | VM.Standard1.1
|
Op X7 gebaseerde VM.Standard2.1
|
Virtual Machine Standard – 'X5' | VM.Standard1.2
|
Op X7 gebaseerde VM.Standard2.2
|
Virtual Machine Standard – 'X5' | VM.Standard1.4
|
Op X7 gebaseerde VM.Standard2.4
|
Virtual Machine Standard – 'X5' | VM.Standard1.8
|
Op X7 gebaseerde VM.Standard2.8
|
Virtual Machine Standard – 'X5' | VM.Standard1.16
|
Op X7 gebaseerde VM.Standard2.16
|
Virtual Machine Dense I/O – 'X5' | VM.DenseIO1.4
|
Op X7 gebaseerde VM.DenseIO2.8
|
Virtual Machine Dense I/O – 'X5' | VM.DenseIO1.8
|
Op X7 gebaseerde VM.DenseIO2.8
|
Virtual Machine Dense I/O – 'X5' | VM.DenseIO1.16
|
Op X7 gebaseerde VM.DenseIO2.16
|
Met de functionaliteit voor automatisch schalen van Oracle Cloud Infrastructure kunt u Compute-instances automatisch schalen voor een workload in reactie op veranderende prestatiedata in plaats van handmatig de Compute-API's aan te roepen of een Terraform-script te gebruiken. Een begeleide Console-ervaring en API's voor automatisch schalen helpen u bij het maken van beleid voor automatisch schalen waarbij instances automatisch worden gestart of beëindigd op basis van data die worden uitgezonden door instances in instancegroepen. Naarmate de belasting toeneemt, worden dynamisch nieuwe instances ingericht. En naarmate de belasting afneemt, worden instances automatisch verwijderd.
Deze mogelijkheid is beschikbaar zonder extra kosten voor VM-instances in commerciële regio's.
Automatisch schalen werkt aan de hand van instancegroepen op basis van prestatiedata die worden verzameld door de Oracle Cloud Infrastructure Monitoring-service. Met instancegroepen kunt u VM-instances groeperen en alle VM-instances in uw pool gezond en actief houden. Met monitoring kunt u data met betrekking tot CPU- en geheugengebruik uit instances in uw instancegroepen vastleggen.
Met automatisch schalen configureert u drempels voor de totaaldata die door Monitoring worden vastgelegd op basis van instances in uw instancegroep. Automatisch schalen wordt geactiveerd op het moment dat de drempelwaarden die zijn vastgelegd in uw beleid en regels voor automatisch schalen worden bereikt of overschreden. Automatisch schalen reageert op een activering door instances toe te voegen aan of te verwijderen uit uw instancegroepen. Automatisch schalen werkt door de omvang van de instancegroep te wijzigen: instancegroepen beheren zichzelf en beëindigen instances of voegen instances toe totdat de groep de beoogde omvang bereikt.
U moet eerst een instancegroep starten met een aanvangsgrootte en vervolgens een configuratie definiëren voor het automatisch schalen van de instancegroep. Wanneer u een configuratie voor automatisch schalen definieert, wordt Monitoring zodanig ingesteld dat data van uw instances naar Monitoring kunnen worden overgebracht. Monitoring berekent vervolgens gemiddelden van de data en stuurt de gemiddelde data terug naar automatisch schalen, waardoor gebeurtenissen worden geactiveerd en wordt begonnen met schalen op basis van de door u ingestelde drempelwaarden.
In de configuratie voor automatisch schalen wordt de informatie gedefinieerd die nodig is om automatisch schalen voor een instancegroep te configureren. De configuratie bevat een beleid voor automatisch schalen met regels voor het schalen. Er is ook een afkoelperiode in vastgelegd tussen schalingsgebeurtenissen.
Elke instancegroep kan één configuratie voor automatisch schalen hebben.
In het beleid voor automatisch schalen wordt het minimum en het maximum aantal instances geconfigureerd waartussen kan worden geschaald, en de aanvangsgrootte van de instancegroep. In het beleid wordt ook het type beleid voor automatisch schalen bepaald. Op dit moment ondersteunen we op drempelwaarden gebaseerd beleid voor automatisch schalen. Elk beleid voor automatisch schalen bevat tevens twee regels voor automatisch schalen: een regel voor opschalen en een regel voor afschalen.
U kunt één beleid voor automatisch schalen maken per configuratie voor automatisch schalen.
Een regel voor automatisch schalen bepaalt welke data moeten worden gebruikt voor het schalen en wat de drempelwaarden zij voor opschalen en afschalen. U kiest één waarde die wordt gebruikt voor zowel de opschaalregel als de afschaalregel. U stelt ook het aantal instances in dat moet worden toegevoegd of verwijderd bij elke schaalactie.
Automatisch schalen ondersteunt data met betrekking tot CPU-gebruik en geheugengebruik.
U kunt instances toevoegen of verwijderen in stappen van één tot 50, de maximale grootte van een instancegroep.
U kunt binnen enkele minuten op- en afschalen. U kunt ook bepalen hoe vaak automatisch schalen wordt geactiveerd door een afkoelperiode in te stellen die bepaalt hoe lang moet worden gewacht tussen bewerkingen voor automatisch schalen.
Een afkoelperiode is de minimale hoeveelheid tijd die na automatisch schalen moet verstrijken voordat een nieuwe schaalactie wordt uitgevoerd. Zodoende kan de instancegroep worden gestabiliseerd op het bijgewerkte niveau. De afkoelperiode begint nadat de instancegroep de doelgrootte van de vorige schaalbewerking heeft bereikt. De minimale afkoelperiode is vijf minuten.
De levenscyclus van instances in instancegroepen wordt bewaakt. Als het aantal instances in de toestand running of launching lager is dan de grootte van de instancegroep, worden meer instances aan de de instancegroep toegevoegd. Als het aantal instances in de toestand running of launching lager dan de doelgrootte, worden instances toegevoegd aan de instancegroep.
Er zijn geen directe servicelimieten verbonden aan automatisch schalen. Instances die worden gemaakt met bewerkingen voor automatisch schalen tellen echter wel mee voor uw limieten voor Compute-instances. Wanneer u uw limiet voor Compute-instances bereikt, kan automatisch schalen geen instances meer aan uw instancegroepen toevoegen. Zie de documentatie over Servicelimieten voor de standaardlimieten voor elk instancetype en instructies voor het aanvragen van een verhoging van de servicelimiet.
U kunt een OCID-werkset voor een loadbalancer koppelen aan uw instancegroep. Nadat u dit hebt gedaan, wordt telkens wanneer een instance wordt toegevoegd aan de instancegroep het IP-adres ervan ook toegevoegd aan de backendset. Wanneer de instance een gezonde status bereikt (de instance luistert op het geconfigureerde poortnummer), wordt inkomend verkeer automatisch naar de nieuwe instance geleid. Evenzo wordt telkens wanneer een instance wordt verwijderd het IP-adres ervan ook verwijderd uit de backendset. Bij het verwijderen van instances uit de werkset van de loadbalancer, wacht automatisch schalen twee minuten voordat de instance wordt beëindigd. Door de vertraging van twee minuten kan de Load Balancing-service verbindingen op het IP-adres voor de instance uit laten lopen alvorens de instance wordt beëindigd. Verbindingen die na twee minuten nog steeds actief zijn, worden verbroken op het moment dat de instance wordt afgesloten.
Als de configuratie van de instance was gebaseerd op een door Oracle geleverde image die na 18 november 2018 werd uitgebracht, is de OracleCloudAgent die data verzendt en die werkt met Monitoring en automatisch schalen reeds geïnstalleerd. U kunt handmatig een agent bouwen, installeren en vervolgens inschakelen voor uw aangepaste images.
Alle VM-instanceconfiguraties worden ondersteund, inclusief VM.Standard1, VM.DenseIO1, VM.Standard2, VM.DenseIO2, VM.Standard2.E2, VM.GPU2 en VM.GPU3.
We leveren images met diverse Linux-distributies, zoals Oracle Linux, CentOS en Ubuntu, evenals Microsoft Windows Server. Zie de Held-documentatie voor door Oracle verstrekte images voor meer informatie. We ondersteunen Oracle Linux-besturingssystemen met Oracle Linux Premier-ondersteuning, zonder extra kosten inbegrepen bij Oracle Cloud Infrastructure.
U kunt elk van de ondersteunde besturingssystemen starten op elke bare metal of virtual machine compute-instanceconfiguratie van Oracle Cloud Infrastructure Compute. Op de pagina Compute-tarieven vindt u een lijst van alle beschikbare configuraties.
Ja. Oracle Cloud Infrastructure Compute ondersteunt het gebruik van uw eigen OS-image. Zie de Help-documentatie voor Bring Your Own Image voor meer informatie.
Oracle Cloud Infrastructure Compute-instances waarop Oracle Linux wordt uitgevoerd, zijn voorzien van Oracle Ksplice. Ksplice is een technologie voor besturingssysteembeheer waarmee u belangrijke beveiligingscomponenten voor de kernel en gebruikersomgeving kunt bijwerken zonder dat het systeem opnieuw hoeft te worden opgestart.
Zie Oracle Ksplice voor meer informatie over het downloaden van patches naar uw OS-instance.
Ja. U kunt een aangepaste image van uw opstartschijf maken als back-up of om deze te gebruiken als een mechanisme voor het inpakken van uw voorgeconfigureerde OS-image en te gebruiken voor het opstarten van nieuwe compute-instances. Dit is vooral handig wanneer u meerdere compute-instances moet maken met vergelijkbare configuraties. De aangepaste image is instancetype- en configuratieneutraal en kan worden gebruikt voor het starten van elk type instance of configuratie: bare metal- of virtual machine-instances.
Nadat u het maken van images hebt gestart, stopt het systeem uw compute-instance om te zorgen voor een consistente opstartschijfimage. Hoeveel tijd nodig is voor het maken van images is afhankelijk van de omvang van de opstartschijf. Nadat het maken van de image is voltooid, wordt de compute-instance automatisch opnieuw opgestart. Voor toepassingen en services die niet automatisch worden gestart wanneer de instance opnieuw wordt opgestart, wordt van u verwacht dat u ze handmatig opnieuw opstart.
Momenteel ondersteunen we de Engelse versies van Windows Server 2008 R2, Windows Server 2012 R2 en Windows Server 2016 als onderdeel van de Oracle Cloud Infrastructure-imagebibliotheek. Voor Microsoft Windows Server 2019 ondersteunt, Oracle Cloud Infrastructure het importeren van uw eigen aangepaste image.
De kosten van de Microsoft Windows Server-licentie zijn extra kosten, bovenop de prijs van de onderliggende compute-instance. De compute-instance en de Windows Server-licentie worden apart in rekening gebracht. De licentiekosten voor Windows Server beginnen zodra uw instance de status 'running' heeft en eindigen wanneer u de instance beëindigt. Wanneer uw instance in het geval van Standard VM- en bare Metal-instances de status 'stopped' heeft, worden de berekening van zowel de compute-instancekosten als de licentiekosten voor het Microsoft Windows Server-besturingssysteem tijdelijk stopgezet. Voor HPC, High I/O bare metal- en Dense I/O bare metal- en VM-instances loopt de facturering door totdat de instance wordt beëindigd. Zie de pagina Compute-tarieven voor meer informatie over de kosten van Microsoft Windows Service.
Oracle Cloud Infrastructure maakt automatische updates op Microsoft Windows Server mogelijk en gebruikt de standaardinstellingen voor het toepassen van Windows-patches. U moet uw VCN-beveiligingslijst bijwerken om uitgaand verkeer voor poort 80 (http) en poort 443 (https) mogelijk te maken om patches van Microsoft Windows Update-servers te kunnen installeren.
Ja. U kunt een aangepaste image van uw Windows Server-instance maken en deze gebruiken om een nieuwe compute-instance te starten. We ondersteunen het maken van 'gegeneraliseerde' images (gebruikt voor het maken van een sjabloon of golden image) en 'gespecialiseerde' images (gebruikt als back-up) voor uw Windows-instance. Zie de Help-documentatie voor het maken van aangepaste Windows-images voor meer informatie over deze imagetypen.
Ja. U kunt uw eigen licentie gebruiken (BYOL) voor Microsoft-toepassingen, onderworpen aan de algemene voorwaarden van Microsoft. BYOL op een speciale host (alleen KVM-hypervisor) is alleen toegestaan voor Microsoft Windows Server indien de licenties vóór 1 oktober 2019 zijn aangeschaft. Alle licenties die op of na 1 oktober 2019 zijn aangeschaft of geüpgraded voor gebruik op een specifieke host, zijn niet toegestaan op OCI.
In de volgende tabel wordt de Microsoft-software vermeld die u met BYOL kunt gebruiken in Oracle Cloud Infrastructure:
Microsoft-software | Bare metal-instances | Virtual Machine-instances |
---|---|---|
Windows Server | Nee* | Alleen licentie van Oracle Cloud Infrastructure |
SQL Server* | Ja** | Ja** |
RDS (CAL's)* | Ja** | Ja** |
MSDN*** | Ja* | Ja* |
Microsoft Office | Nee* | Nee |
Windows 7, 8, 10* | Nee | Nee |
Overige* | Ja | Ja** |
*Onderworpen aan de algemene voorwaarden van Microsoft.
**Voor toepassingslicenties is mogelijk License Mobility via Software Assurance vereist wanneer deze worden uitgevoerd op Oracle Cloud Infrastructure Windows Server-instances. Vragen over uw licentierechten moeten worden gericht aan Microsoft of uw Microsoft-reseller.
***U hebt toepasselijke licenties nodig voor elk gebruiker (aangeschaft MSDN-abonnement).
Nee. Als u uw eigen Microsoft Windows-licentie wilt gebruiken moet u uw eigen Microsoft Windows-image gebruiken.
Oracle biedt ondersteuning voor Microsoft Windows Server indien gelicentieerd via Oracle Cloud Infrastructure. Alle andere Microsoft-software wordt rechtstreeks door Microsoft Support ondersteund. Als er problemen zijn die infrastructuurondersteuning vereisen, biedt Oracle Cloud Infrastructure Support de nodige ondersteuning bieden om u en Microsoft Support te helpen bij het oplossen van het probleem.
Alle images van derden zijn toegankelijk in de Oracle Cloud Infrastructure-console via de ingebouwde Marketplace. Kies de partnerimage die u wilt starten. Vervolgens wordt u geleid door het proces Instance starten.
Nadat de partnerimage is geïnstalleerd, worden eventuele problemen met het product uit de image afgehandeld door de partner. Voor ondersteuningsproblemen met betrekking tot het installeren van images, kunt u een ticket indienen via My Oracle Support.
Ja. Met de wizard Compute-instance maken kunt u vooraf gemaakte Oracle Enterprise-images en -oplossingen starten die geschikt zijn voor Oracle Cloud Infrastructure.
Afhankelijk van de Oracle-toepassing zijn evaluatievoorwaarden van toepassing voor een proefperiode van 30 dagen. Na afloop van de proefperiode is een licentie vereist om de toepassing te blijven gebruiken. Alle informatie met betrekking tot de proefperiode is opgenomen in de opmerkingen voor voorinstallatie in de imageselectie.
Oracle Cloud Infrastructure biedt de volgende opslagopties ter ondersteuning van verschillende gebruiksscenario's:
Lokale NVMe SSD's bieden opslag met zeer hoge prestaties en zijn ideaal voor de meest veeleisende workloads. Zie de productspecificatie voor meer informatie over NVMe SSD-prestaties.
Nadat u uw compute-instance beëindigt, hebt u de mogelijkheid om het opstartvolume te behouden voor hergebruik op een later tijdstip. Als u ervoor kiest het opstartvolume niet te behouden, wordt de toewijzing beëindigd en wordt het volume gewist. Lokale NVMe-opslag voor instances met opslagoptimalisatie wordt gewist en en de toewijzing ervan wordt ongedaan gemaakt. Data in de blokvolumes die aan de instance zijn gekoppeld blijven bestaan en blijven beschikbaar voor gebruik op een later tijdstip.
Voordat u de instance beëindigt, kunt u een aangepaste image van de opstartschijf maken en deze aangepaste image gebruiken om op een later tijdstip nieuwe instances te starten.
Bare metal-instances zijn on-demand, bare metal-rekenbronnen in de cloud. In tegenstelling tot VM-instances zijn bare metal-instances volledige fysieke hosts die exclusief worden gebruikt door één klant, zonder dat hypervisor- of door Oracle toegepaste software is geïnstalleerd. U hebt volledige controle over de bronnen van de bare metal-host. Dit geeft u compromisloze flexibiliteit, controle en prestaties. Bare metal-compute-instances zijn ideaal voor uw meest veeleisende toepassingen en workloads.
Oracle Cloud Infrastructure Compute biedt diverse instancetypen. Elk instancetype biedt een andere hardwareconfiguratie om diverse toepassingen en workloads te ondersteunen.
Standard-instances kunnen worden gebruikt voor diverse krachtige en rekenintensieve workloads, zoals webservers, batchverwerking, advertentieweergave en gedistribueerde analyse.
Dense I/O-instances zijn geconfigureerd met 28,8 TB aan lokale NVMe SSD-opslag en zijn ideaal voor extreme transactionele workloads die werken op grote datasets en die een lage latentie en een hoge doorvoer vereisen, zoals big data en HPC-toepassingen (high-performance computing).
Zie de Held-documentatie over servicelimieten voor de standaardlimieten voor elk instancetype en instructies voor het aanvragen van een verhoging van de servicelimiet. We verhogen de limieten voor uw account graag indien dat nodig is.
Op dit moment biedt Oracle Cloud Infrastructure geen ingebouwde mogelijkheden voor het migreren van een bare metal-instance naar een ander bare metal-instancetype of VM-configuratie. U kunt de migratie echter handmatig uitvoeren door een nieuwe compute-instance te starten vanuit een opstartimage die u hebt gemaakt (met behulp van de functie Image maken) en vervolgens uw blokvolumes aan de nieuwe instance te koppelen. Als u data permanent lokaal hebt opgeslagen, moet u de lokale data handmatig kopiëren of repliceren naar de nieuwe instance. U kunt de gevolgen van het wijzigen van de configuratie of schaal van een instance ook beperken met behulp van opstartvolumes. Wanneer u een instance beëindigt, kunt u het opstartvolume behouden en een nieuwe instance met een andere configuratie starten met behulp van het opstartvolume dat u hebt bewaard van de oorspronkelijke instance.
Ja. Bare metal-instances zijn speciale fysieke hosts waarop geen hypervisor is geïnstalleerd. U hebt toegang tot de host en u kunt uw eigen type 2-hypervisor (gehoste hypervisor), zoals KVM of VirtualBox, installeren om elke versie van het besturingssysteem uit te voeren die door de hypervisors wordt ondersteund, onderworpen aan uw bestaande licentievoorwaarden.
Oracle Cloud Infrastructure Compute VM's bieden kleinere computeconfiguraties dan bare metal-instances. VM's gebruiken dezelfde voor de cloud geoptimaliseerde hardware en netwerkinfrastructuur als bare metal-instances om de flexibiliteit en prestaties van computeconfiguraties te bieden voor uw veranderende toepassingsbehoeften.
Oracle Cloud Infrastructure Compute biedt verschillende VM-instanceconfiguraties om te voldoen aan de uiteenlopende behoeften van de toepassingen die u bouwt. Er worden regelmatig nieuwe instanceconfiguraties toegevoegd. Zie de pagina Compute-tarieven voor meer informatie.
Zie de Held-documentatie over servicelimieten voor de standaardlimieten en instructies voor het aanvragen van een verhoging van de servicelimiet. We verhogen de limieten voor uw account graag indien dat nodig is.
Elke VM-configuratie heeft een ander aantal processorcores, andere hoeveelheid geheugen en andere schijfconfiguratie, zodat u eenvoudig een formaat kunt selecteren die past bij de behoeften van uw toepassing.
Er zijn twee typen VM-configuraties.
U kunt de Compute-console, API of CLI gebruiken om de configuratie van virtual machine te wijzigen nadat deze is gemaakt. U kunt elke VM-configuratie kiezen die compatibel is met de bestaande OS-image. De configuratiewijziging vereist een herstart, maar behoudt alle eigenschappen van de instance blijven bewaard. Zie de technische documentatie voor meer informatie over hoe u de configuratie van een instance kunt wijzigen.
U kunt uw VM ook handmatig migreren door een nieuwe compute-instance te starten vanuit een opstartimage die u hebt gemaakt (met behulp van de functie Image maken) en vervolgens uw blokvolumes aan de nieuwe instance te koppelen. Als u data permanent lokaal hebt opgeslagen, moet u de lokale data handmatig kopiëren of repliceren naar de nieuwe instance.
In Oracle Cloud Infrastructure Compute kunt u met Dedicated Virtual Machine Hosts VM-compute-instances uitvoeren op een fysieke server die exclusief wordt gebruikt voor uw Oracle Cloud Infrastructure-tenancy. Er worden geen VM's van andere tenancy's of Oracle-klanten uitgevoerd op deze speciale host. U kunt vervolgens een optionele parameter instellen tijdens het starten van een VM-compute-instance om deze op uw Dedicated Virtual Machine Host te plaatsen. Deze exclusieve hosts zijn 'single tenant', hetgeen wil zeggen dat ze uitsluitend worden gebruikt voor uw tenancy. VM-kenmerken, zoals het aantal OCPU's en de hoeveelheid geheugen, en de prestaties zijn hetzelfde als wanneer ze worden uitgevoerd op gewone gedeelde hardware in Oracle Cloud Infrastructure.
Oracle Cloud Infrastructure Compute DVH wordt momenteel aangeboden in de configuratie DVH.Standard2.52. In deze configuratie kunt u elke VM.Standard2-instance starten op de DVH. Nieuwe DVH-configuraties zullen in de loop der tijd worden toegevoegd.
Er worden kosten in rekening gebracht voor de Dedicated Virtual Machine Host wanneer deze de status 'running' heeft. Er worden geen kosten in rekening gebracht voor de afzonderlijke VM-compute-instances die op de host worden gestart, maar er worden nog wel kosten per OCPU-uur in rekening gebracht voor een Windows Server-licentie wanneer u een VM-instance uitvoert door middel van een Windows Server-image. De facturering stopt wanneer u de DVH beëindigt. Voor de DVH.Standard2.52-host worden kosten in rekening gebracht voor een BM.Standard2.52-instance met 52 OCPU vanaf het moment dat de DVH wordt gestart. Op uw factuur ziet u een kosten voor 52 OCPU's onder 'Oracle Cloud Infrastructure Compute Bare Metal Standard - X7'. U kunt maximaal 48 OCPU's gebruiken voor het uitvoeren van uw VM's in een DVH.Standard2.52.
De enige ondersteunde handelingen met een DVH zijn starten, compartimenten verplaatsen en beëindigen. Het is echter niet toegestaan om de DVH te beëindigen als er nog VM-instances op worden uitgevoerd. U moet alle VM-instances beëindigen voordat u de DVH kunt beëindigen.
Oracle Cloud Infrastructure biedt diverse opties voor het verzenden van feedback of het verkrijgen van ondersteuning van de community en van Oracle. U kunt levendige en actieve community-ondersteuning vinden op het Oracle-forum en regelmatige updates verkrijgen via het Oracle Cloud Infrastructure-blog.
U kunt ook ondersteuning krijgen voor foutopsporing en probleemoplossing door een serviceverzoek in te dienen via My Oracle Support.